
De brandverzekering wordt ook wel de woningverzekering genoemd. Dat komt omdat ze veel meer omvat dan alleen een dekking tegen brand. De woningverzekering vangt de gevolgen op van schade aan uw woning en de inhoud ervan.
Hoewel de dekking brand centraal staat in de woningverzekering, is ook andere schade aan je woning en de inhoud ervan gedekt. Bovendien dekt deze verzekering ook je burgerlijke aansprakelijkheid wanneer je woning en inboedel schade zouden berokkenen aan anderen. Denk bijvoorbeeld maar aan een losgekomen dakpan.
Er zijn drie soorten dekkingen in de woningverzekering:
- De basisdekkingen: dit is de dekking van de materiële schade die de woningverzekering biedt.
- De aanvullende dekkingen: dit is de extra vergoeding die de verzekeraar biedt wanneer er een schadegeval is. Als je bij hem een verzekering aangaat, geniet je automatisch van deze aanvullende dekkingen.
- De optionele of facultatieve dekkingen: deze dekkingen kan je zelf extra afsluiten, bijvoorbeeld een dekking tegen diefstal.
Hoewel de basisdekkingen vergelijkbaar zijn, hebben de verzekeraars hun eigen producten ontwikkeld met eigen accenten. Besteed dus toch voldoende aandacht aan de algemene en bijzondere voorwaarden van jouw verzekeringscontract om precies te weten wat de omvang van de dekkingen en de beperkingen ervan zijn.
Een wijd verspreid misverstand is dat een woningverzekering alleen belangrijk is voor een eigenaar van een woning. Niets is minder waar! Als je huurder bent, heb je er alle belang bij om een woningverzekering te hebben.
De basisdekkingen van de brandverzekering
- elektriciteit: inwerking van elektriciteit op elektrische installaties en toestellen (bijvoorbeeld schade aan elektrische toestellen door overspanning, of het verlies van de inhoud van de diepvriezer daardoor ( ontdooiing),…
- rook of roet
- waterschade door breuk van leidingen, overlopen van dakgoten, sanitaire installaties of elektrische huishoudapparaten, insijpelen van water door het dak, vorst (op voorwaarde dat de nodige voorzorgsmaatregelen genomen zijn),...
- glasschade (bijvoorbeeld veranda, ramen)
- schade aan het gebouw (bijvoorbeeld deuren, ramen) na een inbraak of vandalisme (deze dekking geldt soms alleen als ook een optionele dekking diefstal afgesloten is)
De aanvullende dekkingen van de brandverzekering
- de reddingskosten
- de kosten die voortvloeien uit wat de verzekeraar je gevraagd heeft te doen om verdere schade te voorkomen: bijvoorbeeld een zeil dat je over het dak heeft gespannen nadat het vernield werd om te vermijden dat er insijpeling van water zou zijn, wat nog meer schade zou veroorzaken
- de kosten die voortvloeien uit dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar een schadegeval te voorkomen of om de gevolgen ervan te beperken: bijvoorbeeld het gebruik van draagbare blusapparaten
- de kosten van de bewaring van jouw goederen tijdens de duur van herbouw van het gebouw (bijvoorbeeld het opslaan van meubelen in een meubelbewaarplaats)
- de kosten voor het slopen van beschadigde goederen - al dan niet nodig voor de herbouw - alsook voor het transport van het puin naar een stortplaats
- de kosten van huisvesting wanneer de woning onbewoonbaar is (hoe uitgebreid dat is, hangt af van verzekeraar tot verzekeraar)
- de kosten van expertise van de schade
- de onbruikbaarheid van onroerende goederen (ook genots- of huurderving genoemd) wanneer het verzekerde gebouw onbewoonbaar is tijdens de duur van heropbouw of herstelling
- het verhaal van derden: de burgerlijke extra-contractuele aansprakelijkheid indien een verzekerd schadegeval zich uitbreidt naar goederen van derden (brand die overslaat naar een andere woning).